Grijs en somber

Vanmorgen vroeg bij het opstaan was het grijs en somber. Ik werd vroeg wakker voor mijn doen, want een strak drukverband om m’n linkerknie deed nogal hevig z’n werk door onophoudelijk stevig te drukken. Dat verband was gisteren aangelegd na een operatie. U zult begrijpen dat ik hier verder niet op in ga, want één van mijn, misschien al te vele, stellingen is: ziekte is privé! (Dat tamelijk onsmakelijke verhaal over Bush z’n al of niet zieke darmen, breeduit gemeten in de media, vind ik te ver gaan! U en ik hoeven dat allemaal niet te weten!) Grijs en somber dus, héérlijk vind ik dat, als het niet te koud is, niet regent èn niet waait! Hèbt u dat?! Met enig geluk is het dan ook nog genadiglijk stil buiten; geen racende en jankende motoren die voorbij scheuren of wat voor helse lawaai dan ook. Dat ploerterig felle zomerzonlicht….. daar zit ik niet op te wachten, behalve natuurlijk wanneer ik in de stilte op m’n luie rug onder een lindeboom kan liggen. Doch dit terzijde.

Somber weer brengt mij altijd in een bepaald gemoed, niet dat dàt dan ook somber is, integendeel, een soort van vrolijke en energie opleverende nostalgie omhelst mij dan, want die éne dinsdagmiddag uit het jaar 1962….. toen waren de weersomstandigheden precies als hedenmorgen bij het opstaan. Bij grijsheid maakt het niet zo heel veel uit of het nu middag of morgen is. Die bewuste dinsdagmiddag, wat heb ik toen gedaan? En dat ik dat nu, zoveel jaren later, nog wéét, zelfs wat voor wéér het was?! Daar komt-ie: Bigglesboekje in één ruk uitgelezen, halve pan kippensoep leeggelepeld en een griesmeelpudding met vruchtjes weten te verwerken. Heerlijk rond en vol. En ik weet dat nog omdat dat boekje over Biggles en z’n makkers m’n eerste Bigglesboekje was en er vervolgens door de tijd heen nog een hele bulk van die boekjes zich door mij liet lezen. Die soep en pudding was eigenlijk maar bijzaak, want dat at ik iedere dinsdagmiddag. Ik ben vandaag de dag wel klaar met Biggles, maar die pudding eet ik nog steeds graag, die soep ook, maar toch is het zo dat de gedachte aan kippen, en hoe ik met die arme vogels in het verleden ben omgegaan, mij nog altijd een schuldgevoel oplegt, als een pijnlijk knellende band, zoals nu het verband om m’n knie…..