De nieuwe man

Het toneelstuk ‘De nije man’ (‘De nieuwe man’) had ik al eens gezien, doch het oorspronkelijke boek niet gelezen. Het boek van Thomas Rosenboom stond al jaren in m’n boekenkast zich te ergeren dat het alsmaar niet aan de beurt kwam! Het verhaal speelt zich af begin twintigste eeuw op een echt bestaande werf aan het Damsterdiep, zo’n beetje 4 km bij mijn woonplek Appingedam vandaan. Die werfplek van inmiddels allang vergane glorie, ken ik goed, ook al omdat ik er – inmiddels weliswaar een eeuwigheid geleden – altijd langs fietste, vice versa op mijn weg van huis naar school.

De scheepsbouwer Berend Bepol (in het echt heette hij Apol), is een vooruitstrevende en sociaal voelend man. Hij wil het gebied rond omgeving Wirdum, nagenoeg gelegen aan dat Groningse Damsterdiep, dan ook opstoten in ‘de vaart der volkeren’ (zoals men dat zegt). Zijn dochter Ilse wordt op een gegeven moment door haar vader min of meer gekoppeld aan de voorman van de werf, meesterknecht Niesten, die uiteindelijk de opvolger van Bepol moet worden. Als deze Niesten een flinke order uit Duitsland in de wacht weet te slepen is er geen plaats voor de bouw van die opdracht op een gewone helling. Niesten moet uitwijken naar een naastgelegen weilandje. De onvoorziene gevolgen hiervan blijkt te leiden tot een fatale apotheose…..

Ook nog even een paar mooie zinnen die ik tegenkwam in het boek:

  • Bij gebrek aan problemen, kreeg hij steeds meer een filosofische inslag.
  • … ’s nachts de vegende zwaai van het vuurtorenlicht langs het zwerk…
  • Bij het klinken is ook nog een nagel nodig, zoals in het huwelijk de twee zielen, hoe eensgezind ook, eerst werkelijk verbonden zullen zijn, door die andere, onstoffelijke nagel, die liefde heet, of genegenheid.
  • Het leven lijkt op het leeghalen van een matroesjka-pop, met in iedere pop weer een andere verborgen, één tergend uitstel in de zoektocht naar de kern.
  • De middagrust omsloot hem als rimpelloos badwater.
  • Zijn lach, een gouden rusting, waarop elke pijl van verwijt wel moest afketsen.
  • Uithalen met vernevelde zwepen aan de spin houden (zoals bij een draaiende tol).
  • In de verte wiekte de vuurtoren nog aldoor zijn stralen langs de hemel, duldeloos monotoon, verwezen als een dwaas die niet meer kan ophouden.
  • Zoals hier dag in dag uit gehamerd werd, ijzer op ijzer, soms even zacht, aarzelend bijna, dan weer aanzwellend, altijd ordeloos.
Uitgave Querido, derde druk 2003
Apol-werf ca. 1974 : schepen voor de sloop. foto: dré

Wij met onze tijd…..

Zouden we ooit nog eens in het verleden, ons verleden met al z’n gebeurtenissen, kunnen terugduiken om zo onze geschiedenis nog eens te kunnen aanschouwen en opnieuw mee te maken?

Tijd, de natuurlijke, niet die van de mens, bestaat slechts in de vorm van ruimte. Tijd is en wordt, gelijktijdig, omdat de ruimte, het heelal, steeds verder uitdijdt. Maar die tijd, de ruimtetijd, heeft helemaal niets met onze eigen tijd te maken! We hebben het rare fenomeen boekhouden bedacht om hier en daar wat financiële orde op zaken te kunnen stellen en precies zo hebben we tijd bedacht voor het kunnen hebben van enig houvast. Onze tijd, de mensentijd, is een afspraak, kunstmatig en ontastbaar, uiteraard gebaseerd op de natuur, op dag en nacht, maar verder niks. Onze tijd heeft in tegenstelling tot de tastbare ruimtelijke tijd geen enkele diepgang, is zo plat als een dubbeltje. Onze tijd is gewoon 16 december 1872, 01 uur 45 of 18 januari 1972, 13.00 uur zoveel minuten en zoveel seconden. En, nu ja, vul alle dagen van de tijd maar in met getallen en gebeurtenissen die erbij horen. De echte tijd, de ruimtetijd met al z’n diepgang, neemt hier natuurlijk op minzame wijze afstand van en trekt zich niets aan van onze gebeurtenissen in onze tijd. Wij kunnen met onze tijd nooit teruggaan in die tijd, d.w.z. de tijd terugdraaien eventueel om bepaalde gebeurtenissen, die op zich echt en ooit tastbaar hebben plaatsgevonden, nog eens over te kunnen doen, maar dan beter. Iets wat in wezen niet bestaat kun je ook niet terugdraaien! Onze tijd bestaat slechts, verzonnen, in onze hoofden, ontastbaar, virtueel. De echte tijd, de ruimtetijd dus, zou in principe wel teruggedraaid kunnen gaan worden, maar dan zal toch eerst het heelal weer moeten gaan krimpen. Stel dat dat zou gebeuren, zouden we dan het verleden, ons verleden, in dat geval wèl kunnen terugzien en opnieuw meemaken? Nee dames en heren, want die reële ruimtetijd staat, zoals u nu wel zult weten, in geen enkel verband met onze kunstmatige tijd; de waarachtige tijd staat daar ver boven…..

Het fnuikende verleden

Geschiedenis kan, leuk of minder leuk, interessant zijn. Sterker nog, het is ook interessant! Echter, we moeten niet vergeten dat we in het nu leven, en onze aandacht dient dan ook vol uit te gaan naar dat nu, zonder altijd maar weer verloren en verstrikt te geraken in allerlei historische perikelen, zoals je bijvoorbeeld ziet in de Balkanlanden, Noord-Ierland of Midden-Oosten, waar het hedendaagse ongenoegen nog steeds voorvloeit uit feiten van een ver verleden. We houden ons te veel vast aan het verleden. Dat zet te veel een rem op de ontwikkeling. Zodra het heden is, is het alweer geschiedenis geworden. Noodgewongen dienen we dan weer een volgende stap voorwaarts te zetten, maar als we pertinent blijven vasthouden aan dat verleden, weten we niet van relativeren. En in het leven is relativeren nu juist zo belangrijk om tot een steeds gezondere ontwikkeling te komen. Uiteraard mogen of moeten we zo nu en dan wel even terugkijken, maar altijd met een glimlach van betrekkelijkheid. Een brede oriëntering helpt daarbij ook; niet maar steeds teloor willen gaan in bekrompen nationalisme of verzanden in eeuwige tradities. Op naar een aldoor maar weer nieuw heden! De toekomst! Nostalgie is soms verleidelijk, ikzelf geef me daar soms ook graag aan over, omdat het zo verleidelijk is zo af en toe de directe verantwoordelijkheid die het heden met zich meebrengt uit de weg te gaan. Het vanuit historisch perspectief blijven aanmodderen zouden we niet langer moeten willen. Het nu en hier kent z’n eigen verantwoordelijkheid, het afleggen van een hedendaagse rekenschap met een knipoog naar de toekomst, want ook toekomstplannen dienen met de nodige relativering gepaard te gaan….!

Mythologisering van het verleden geeft een rem op de toekomst.

Grote vergetelheid

Vandaag heb ik gereageerd op een vraag wat voor mij de hoogte- en/of dieptepunten in het nieuws van het afgelopen jaar waren. Het volgende heb ik gesteld: Daar ik nog al relativerend van aard ben, behalve natuurlijk wanneer het om mezelf gaat, -dat begrijpt u ook wel- kan ik me geen hoogte- of dieptepunten van het wereldnieuws herinneren. Dat lééft wel lekker natuurlijk! Leve de vergetelheid, want we leren toch niets van de geschiedenis, zo blijkt maar al te vaak….! Het klinkt egoïstisch wat ik nu schrijf, maar ik heb met mezelf afgesproken dat ik de lasten van de wereld, wil ik nog een beetje plezierig leven, niet meer op m’n schouders wens te dragen (hetgeen ik in vroegere tijden te veel deed!). Een mens moet toch ook aan zichzelf toekomen…!