De dood, het leven en het jongetje

Hij, het jongetje, moest op z’n klompen staan om door het raampje van de slachterij naar binnen te kunnen kijken. Hij was op tijd om te kunnen zien hoe de koe een grote ijzeren pen met kracht in z’n kop kreeg geschoten om onmiddellijk daarna ook nog eens de keel met een fraaie routinehaal doorgesneden te krijgen. Wonderbaarlijk al dat stromende bloed uit de koe, die er inmiddels rustig bij was gaan liggen. Buik open en de hele reutemeteut werd eruit gehaald. Dat hij, het jongetje, zoiets toch maar mooi mocht meemaken! Al op tijd wist hij dan ook dat het eten van vlees met de dood te maken had. De dood die hij helemaal niet erg vond. Het leek hem wel een rustig bestaan, de dood. Dat was het voordeel van pal tegenover de slagerij wonen; dan wist je zoiets alvast.

Nog dezelfde avond ging de moeder van het jongetje bijna dood, omdat, naar hem later werd verteld, ze te veel van de giftige kolendamp (koolmonoxide), afkomstig van de kennelijk niet goed afgestelde kachel, had opgesnoven. De vader was nog net op tijd thuis gekomen om de moeder via de openslaande verandadeuren naar buiten te slepen. Door al het gestommel was hij, het jongetje dat elders in huis lag te slapen, wakker geworden en na toesnellen had hij het dramatische gebeuren niet zonder enige opwinding weten te aanschouwen; de veranda als theaterplaats voor drama! Hij wist al dondersgoed dat de moeder helemaal niet echt dood zou gaan, want dat gebeurt met toneelspelers immers nooit (hij had enige toneelervaring al opgedaan in het schuurtje, waar-ie zelf menigmaal uit de dood was opgestaan). En ja hoor, het duurde niet al te lang of de moeder was weer op de been en klaar was’t! De verandadeuren moesten nog wel een tijdje openblijven, opdat, zo deelde de vader mede, de kwaadaardige dampen ruimschoots de gelegenheid zouden krijgen de kamer voorgoed te verlaten. ’t Jongetje ging weer naar z’n bedje en sliep tevreden in.

De volgende morgen vroeg hoorde het jongetje stevig gebons tegen de verandadeur. Hij kende onderhand het geluid van dat bonzen. Het bleek de slager, de slager zonder witte jas, waardoor hij hem eerst niet herkende. De slager, de overbuurman, kwam de vader en de moeder meedelen dat-ie een jonge zoon had gekregen! Het jongetje raakte geheel verbijsterd; hij had gisteren helemaal geen jonge zoon uit de geslachte koe tevoorschijn zien komen…..

4 gedachten over “De dood, het leven en het jongetje

  1. Dre,

    Dat eerste gedeelte van de slachterij staat geschreven op mijn lijf. Wij woonden ook naast een grote export slachterij en zagen de beesten ook zo aan onze neus voorbijgaan.

    Later liepen wij over een naaktstrand in Spanje en zagen daar ook allemaal van die zelfde rode konten op het strand liggen.
    Rare vergelijking maar eens mens is niet veel anders dan een dier, maar neemt meer rechten te hebben .

    Like

  2. Pingback: Proeven | Weblog Dré Oudman Appingedam

  3. Pingback: Huis voor huis | Weblog Dré Oudman Appingedam

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.